-2-

  >INDEX

PIETER MORTIER       UITGEVER, DRUKKER, BOEKHANDELAAR

ADRES: Amsterdam, op de Vijgendam, "In de Stad Parijs".

Periode: 1685–1711.  

De familie Mortier was afkomstig uit Bon of Bondy vlak bij Parijs. Al rond 1625 kwam grootvader Martijn de Mortier naar Leiden. Vader Pieter kwam met familie ca.1666 naar Amsterdam. In 1685 vestigde Pieter jr. zich als boekverkoper op de Vijgendam. Als speelkaartenmaker werd Mortier bekend als drukker van educatieve spellen, waarvan de meeste kopieën zijn van Franse ontwerpen. Speelkaarten maken was slechts een klein onderdeel van zijn totale productie aan boeken en prenten. Pieter Mortier overleed in 1711. Zijn weduwe zette de zaak voort.


  >INDEX

WED. P. MORTIER      UITGEVERIJ

ADRES: Amsterdam, op de vijgendam, "In de Stad Parijs".

Periode: 1711–1719.  

Pieter’s broer David kwam ca.1711 naar Amsterdam om zijn schoonzuster te assisteren na het overlijden van haar echtgenoot. Tien jaar later keerde hij naar Londen terug waar hij zich sinds 1696 als boekverkoper gevestigd had (Erasmus head, near Bedford house). Zijn neven Cornelis en Pieter waren toen op een leeftijd dat zij de zaak van hun overleden vader konden overnemen.


  >INDEX

CORNELIS MORTIER        BOEK-, KAART- EN KUNSTVERKOPER, UITGEVER, DRUKKER

ADRES Amsterdam, op de Vijgendam, "In de Stad Parijs".

Periode: 1719 –1721.  

Cornelis, zoon van Pieter Mortier neemt een deel van de inboedel over. Uit een inventarislijst die 1720 werd opgemaakt blijkt nog aanwezig te zijn: Onversneden kaartenbladen voor het "Jeu de geographie (100), Jeu de la guerre (143), Jeu de fortification (152), Jeu des Reines (213), Jeu d’Ovide (122), Jeu de Rois de France (204), Jeu des Hommes illustres (158), Jeu d’Armoirie (76), Jeu du Monde (81), Jeu de Boufon (654) en Jeu divers (15)". In totaal ca.1900 bladen, "Opgemaekt om als speelkaarten gebruykt te kunnen worden". Van alle genoemde spellen zijn 2 koperplaten aanwezig. Verder nog 5666 boekjes (begeleidende tekst) voor de diverse spellen. Meer dan de 10, bij naam genoemde, spellen zullen de Mortiers niet hebben uitgegeven, waarbij moet worden aangemerkt dat het Jeu de Boufon door Jacob Gole was gegraveerd. Opvallend is dat van dit spel 654 onversneden kaartbladen en 2 koperplaten in de inboedel zaten.


  >INDEX

J. COVENS & C. MORTIER       BOEK-, KAART- EN KUNSTHANDEL, UITGEVERIJ EN DRUKKERIJ

ADRES: Amsterdam, op de Vijgendam.

Periode: 1721 - 1778.

In 1721 richtte Cornelis Mortier met zijn zwager Johannes Covens "Een negotie in boeken en kaarten" op. Ook de speelkaarten gingen mee en onder hun naam uitgegeven. Lang kan dit niet geweest zijn. Augustus 1721 , mogelijk ook eerder , wordt een deel van de inboedel geveild. Waar de koperplaten en kaartenbladen bleven is niet duidelijk. Mogelijk werden zij aan de Londense handelaar John Lentall verkocht, die al sedert 1710 een aantal Mortierspellen in zijn "Lijst van Educatieve" spellen hadopgenomen.
De Mortiers waren actieve adverteerders in de Vaderlandse kranten, echter nauwelijks
voor speelkaarten. In de Oprechte Haerlemsche Courant van 23 Juni 1722 worden atlassen, groot aantal prenten en landkaarten te koop aangeboden en tenslotte "Alderhande Jeus of Kaertspullen met de Boeckjes tot onderwijsing van dien". Was dit óok het einde van de productie van de speelkaarten, of was 1745 het eindpunt toen de drukkerij verkocht werd?
Na de dood van Johannes Covens in 1774 kwam zijn zoon Johannes II in de zaak. Vanaf 1778 kwam er een nieuwe firmanaam: J. COVENS & ZOON.
Johannes II werd opgevolgd door zijn zoon Cornelis Covens, die op zijn beurt Petrus Mortier, achterkleinzoon van Pieter Mortier, in de zaak haalde. De naam luidde vanaf 1794: MORTIER COVENS & ZOON (zie hieronder).


  >INDEX

MORTIER COVENS & ZOON

ADRES: Amsterdam, op de Vijgendam 31. Na 1806 Nieuwendijk bij de Armsteeg.

Periode: 1794 - 1866.  

Sinds de oprichting van de firma in 1685 zijn er slechts enkele advertenties gevonden voor de verkoop van speelkaarten. Het belang was te klein in de grote productie van landkaarten en boeken. In 1822 werd echter geadverteerd voor het "Jeu de l'Europe met toebehoren" voor 36 stuivers. Speelkaarten?

 

 

 

Cornelis Covens (1765-1825 )
in de beeldenzaal van de Maatschappij Felix Meritis (detail )
Adriaan de Lelie 1809


  >INDEX

JUSTUS DANCKERS        KUNST- EN KAARTHANDEL, UITGEVERIJ

ADRES: Amsterdam, vooraan in de Kalverstraat, in "Danckbaerheyt".

Periode: 1692.  

In 1692 verscheen in de Amsterdamsche Courant een advertentie: "Te Amsterdam gedrukt bij Justus Danckers, kunstverkoper, Jeu d'amoires des souverains et état de l'Europe pour apprendre la blason, la geographie et l'histoire curieuse".


  >INDEX

CAREL DE WAGENAER      SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat bij de Osjessluis, "In de gekroonde Witte Swaen".

Periode: 1697-1732.  

Carel de Wagenaer, waarschijnlijk afkomstig uit Gent, adverteerde in 1697 voor de verkoop van "Koninglyke kaerten, groote op syn Frans en kleine op syn Hollands en thee kaertjens, alle in kopere platen gesneden…..". Op 8 december 1698 ging hij een overeenkomst aan met Antony de Winter voor het drukken van theekaarten (900 drukken) en 300 anderen, 8 gros spellen en 48 enkelen. In 1732 bleek de Wagenaer te zijn verdwenen. Weduwe Fouquet liet ten overstaan van een notaris onder meer verklaren, dat aan De Wagenaer ca. 1800 "geplakte vellen tot speelkaarten" waren geleverd om deze voor haar te beschilderen en dat ze had gezien dat deze vellen door de conciërge van de stad uit het huis van De Wagenaer, die sedertdien was verdwenen, waren weggehaald.

 


  >INDEX

JACOBUS DE ROY       SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Den Haag

periode: 1698.  

In 1698 wordt  De Roy octrooi verleend: "Burgemeesters van ’s Gravenhage, hebben Jacob De Roy burger en schutter alhier geauthoriseert omme alhier Speelkaarten te mogen maken, met het wapen van Den Haage daerop gedruckt, endat met seclusie voor den tyt van drie jaren van alle andere voor soo veel tyt voors. kaertmaker hier soude willen ondernemen".


  >INDEX

NICOLAAS MEIJER      SPEELKAARTENHANDEL

ADRES: Amsterdam, Kalverstraat.

Periode: 1704–1750.  

In bovengenoemde periode komt zijn naam voor in het register "van goede mannen", onder Speelkaartenverkopers. Daarna zal hij nog werkzaam zijn geweest tot de voortzetting van de handel door zijn weduwe. Op 7 Sept.1750 laten ze hun testament opmaken waarin o.a. bepaald, dat de langst levende de zaak zal voortzetten. Notaris Beukelaar laat noteren dat: "hoewel de Testateur ziek van lichaam te bedde leggende" bekwaam is, evenals zijn vrouw Johanna Moerbach, om hun wilsbeschikkingen te bevestigen. Vijf dagen later, op 12 Sept 1750, komt Nicolaas te overlijden.


  >INDEX

WED N. MEIJER & COMP       SPEELKAARTENHANDEL

ADRES: Amsterdam, Kalverstraat.

Periode: 1750 –1757

Samen met Compagnon Meesterknecht Onno Juriaanz sluit zij in 1752 een contract af met de Portugese handelaar Josua de Pinna voor de levering van Spaanse kaarten. De Pinna levert de houtblokken "waarnaar de kaarten gemaakt worden daar de Joden gewoon zijn mede te speelen" (zie speelkaart bij JONAS FOUQUET ).  

Samen met kaartenmaker Jean Jordan maakte de Wed. Meijer bezwaar tegen de invoering van speelkaartenbelasting, zoals voorgesteld in 1753. De belasting zou bedragen: voor een spel gemaakt in Holland en West-Friesland 2 stuivers, gemaakt in de overige provincies 4 stuivers en voor buitenlandse kaarten 6 stuivers. Uiteindelijk werd de belasting niet uitgevoerd. In 1766 wordt haar naam nog genoemd in het register van Amsterdamse kooplieden.

* In 1753 probeerden de Staten van Holland en West-Friesland met ingang van 1 januari 1754 een belasting in te voeren op speelkaarten en dobbelstenen. De uitvoering rammelde aan alle kanten. Kaarten dienden in een wikkel, waarom een touwtjes was gebonden, bij de ontvanger te worden aangeboden en voorzien van een belastingzegel. Fraude was niet te controleren. De voornaamste klachten kwamen van de verkopers van speelkaarten uit Den Haag, die grote hoeveelheden buitenlandse kaarten hadden ingekocht, welke ze nu vanaf 1 januari 1754 moeten laten voorzien van het zegel van 4 of 6 stuivers.
Verzendingen naar het buitenland leverde voor de speelkaartenfabrikanten grote problemen op. Van de 16 dozijnen kaarten gaan er 15 naar het buitenland. Ook de belasting van 2 stuivers op de aller goedkoopste kaarten van 1 stuiver is niet te verkopen "bij de geringste Lieden": "De prys nu verhoogt met twee stuivers, raakt niet alleen de waarde boven het vermoogen van deese Lieden, dewyl de twee stuivers absorbeert het montant, waar voor sy anders koopen den Drank, met dewelke sy sig een gantsche avond vervrolyken".
Op 5 december 1753 werd de ordonnantie tot nader order opgeschort, echter nooit uitgevoerd.

In 1757 overlijdt de Weduwe Moerbach. Er wordt nu een Inboedel-akte opgemaakt. Onno Juriaanz mag de winkel verder voortzetten. De gehele voorraad speelkaarten zoals beschreven in de inboedel mag hij overnemen. In het register van Amsterdamse kooplieden in 1766, wordt de Weduwe N Meijer & Comp nog genoemd.

Pagina's betreffende de inboedel, opgemaakt in 1757 (klik hierop voor het originele pdf bestand)

Rond 1750 werd door de meeste speelkaartenmakers het standaard-dubbelbeeld ingevoerd.
In Meijers' inboedel vinden we 36 dozijn kaarten met "Enkele hoofde" en 61 met "Dubb. hoofde".


  >INDEX

HENDRIK I. BOSCH        BOEKVERKOPER, BOEKBINDER

ADRES: Amsterdam.

Periode: 1716 –1729.  

Evenals Fouquet, gaf hij Spaanse kaarten uit met zijn naam bedrukt. In 1729 zou hij door verdrinking om het leven komen.

 


  >INDEX

WILLEM WIGGERS       KAARTENMAKER

ADRES: Utrecht, in de Lijnmarkt, "In de Swarte Hen".

Periode: 1733–1737.  

In 1733 kocht hij het huis aan de Lijnmarkt, daar waar  de speelkaartenmaker Wynant van Sonsbeeck tot ca. 1700 werkzaam was. Wiggers naam en die van Van Sonsbeeck komen beiden op één spel voor. Wiggers overleed in 1737. Zijn weduwe zou tot 1758 het bedrijf hebben voortgezet. Wigger’s dochter trouwde met Ysbrand van Hamelsveldt. Hij hield zich voornamelijk bezig met de handel in huizen. Waarschijnlijk kwam hij in 1758 na het overlijden van zijn schoonmoeder in het bedrijf. In 1797 wordt Van Hamelsveld genoemd als speelkaartenfabrikant. Waarschijnlijk betreft het hier zijn zoon. Ysbrand was ca.1789 overleden.


  >INDEX

WESTHUYSE LANGEWISH & COMP.       SPEELKAARTENMAKER, PAPIERHANDEL

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat hoek Gapersteeg, "In de Vergulde Son".

Periode: 1746–1766.  

In 1746 adverteren Westhuyse en Langewish in de Amsterdamsche Courant, waarin zij als "geweesene knegts van de Wed. J. Fouquet en Zoon en Compagnie, maken en verkopen………speelkaarten, als fyne en gemeene, so Fransche als Spaensche en Hollandsche……en kaerten met 2 hoofde, die men niet hoeft te keeren in de hand" (de eerste dubbelbeelden in Holland !?). Als compagnon zal A. Dominges, ook gewezen knecht van Fouquet, worden bedoeld.

 


  >INDEX

DAVID WEEGE      BOEKVERKOPER, UITGEVER

ADRES: Amsterdam,  op de Haarlemmerdijk tussen de 2 Haarlemmersluisen tegenover de Smaksteeg 1753-, op de Nieuwendijk 1767-, in de Kalverstraat "In de Luthersche Bijbel" 1770.

Periode: 1748–1787.  

In de Leydse Courant van 6 Oktober 1758 adverteert Weege zijn "LOTERY EN KAARTESPEL bestaande in 180 fyne gladde Kaartjes........  ook is dit Lotery-Spel gemaakt om hetzelve tot een Kaart-Spel te gebruiken..." Voor 12 stuivers ook te koop bij boekverkopers. In de A.D. van 24 december 1768 adverteert Weege:  "speelkaarten gemaakt door de voornaamste fabriqueur tot Brussel, als ook gemeene en slegte soorten, gemaakt tot Namen, mede tot geringe prysen".
In 1769 verkoopt hij ook Franse en Hollandse kaarten. Na zijn verhuizing in 1770 naar zijn winkel "in de Luthersche Bijbel" worden geen speelkaarten (Duivels prentenboek?) meer vermeld, tot 1776.
D
e houtgraveur Hendrik Numan sneed in 1776 de houtblokken voor één van de kaartspellen van Weege. Behalve zijn eigen naam komt soms 

de naam Stroer op de kaarten voor. Waarschijnlijk werd daarmee de speelkaartenmaker Stroek bedoeld, waarmee hij veel samenwerkte. Weege's dochter was met Stroek getrouwd.
De samenwerking met Stroek werd in 1786 beëindigd. David komt in 1788 te overlijden.
In het Naamregister (1801) van Amsterdamsche Kooplui,wordt Johan Weege, Kalverstraat 192 , "in Pennen, Lak en Speelkaarten"genoemd. Zowel Davids zoon als kleinzoon kunnen hiermee bedoeld zijn. Davids'vrouw stierf in 1802.


  >INDEX

HENDRIK JAN BOSCH       FABRIQUEUR

ADRES: Utrecht.

Periode: 1745 - 1755

In een zestal Notariële Akten, in genoemde periode, wordt Bosch vermeld als boekdrukker en kaartenmaker. Veelal in verband met financiële transacties, zoals onbetaalde wissels.

In de Leidsche Courant van 1 December 1752 adverteert Bosch zijn "Utrechtse SPEELKAARTEN zoo Hollandse als Fransse met een en twee Hoofden, die alls wat tot dusverre in die LIEFHEBBERY is, tot de Brusselse incluys, in fijn en gladheid surpassaeren en NOOIT SPLYTEN". Zijn kaarten zijn op een tiental adressen te koop. Winkeliers en Verzenders kunnen ook aan de fabriek de speelkaarten "tot de geringste soorten toe bekomen".


  >INDEX

WESTHUYSEN & COMP.        SPEELKAARTENMAKER, PAPIERHANDEL

ADRES: Amsterdam, in de Kalverstraat hoek Gapersteeg, "In de Vergulde Son".

Periode: 1760–1785.

Hendrik Langewisch komt in 1760 te overlijden. Toen Jan Westhuysen in 1766 overleed zette zijn weduwe de zaak voort. Op 28 november 1785 verschijnt er een merkwaardige advertentie in de Nederlandsche Courant, daarin verklaart de weduwe ; "also door lieden verspreidt wordt , dat de fabriek van speelkaarten en papier-negotie van Westhuijzen & Comp. zoude overgedaan zijn. Wordt by dezen Geadverteerd, dat zulks geheel bezyden de waarheid is, maar deszelf Wed. en Compagnon blyft continueeren".


  >INDEX

BAREND JAN HELGERS      SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Amsterdam, op de Nieuwendijk, "In de Gekroonde Hen" bij de 3 morianen, 1772 Nieuwendijk bij de Kolksteeg naast logement "De witte Zwaan".

Periode: 1767–1774.  

In een advertentie van september 1774 werd de speelkaartenmakerij "In de Gekroonde Hen" te koop aangeboden. Helgers was een maand eerder overleden. Pas in December 1774 verscheen er een advertentie waarin voortzetting van de fabriek werd aangekondigd. "Alzo door kwaadwilligen verspreid" dat de fabriek wordt opgeheven, maar dat de fabriek Hollandse, Franse en andere speelkaarten blijft maken. Wie heeft de kaartfabriek voortgezet?


  >INDEX

JAN STROEK       HANDELAAR IN PENNEN EN SPEELKAARTEN

ADRES: Amsterdam, op de Nieuwendijk bij de Kapelstraat, "In de Haan".

Periode: 1771-1792.

Op 12 April 1771 trouwt Jan Stroek met Sara Weege, dochter van boekverkoper-uitgever David Weege. Vanaf December 1771 gaan zij samenwerken . In 1776 adverteren zij "Thans weer een party in gereedheid gemaakt van de nieuwe moderne SPEELKAARTEN gegraveert door den beroemde Konstgraveerder H. Numan, alle de Kaarten in lijstwerk en de twaalf Figuren ieder byzonder na ordening der kleding, met fraaie Couleuren afgezet en de azen met Ornamenten versiert......." (Zie David Weege ). Deze kaarten werden verkocht voor 4 stuivers, de gangbare kaarten voor 2 stuivers.
Behalve zijn Hollandse kaarten verkocht Stroek Brusselse ,Franse en Amerikaanse speelkaarten. De meeste kaartenmakers verkochten geen vreemde kaarten.
Zijn naam komt voor op een spel met het Vlaamse dubbelbeeld. In het naamregister van Amsterdamse Kooplieden (1792) word hij vermeld als handelaar in pennen en speelkaarten.
In 1793 wordt de zaak verkocht en voortgezet door RIBBECK & BLEYENBURGH.


>INDEX

JACOBUS KUINDERS      KAART-FABRIECQ

ADRES: Leeuwarden, tussen de Vischmarkt en de Meelbrug, "in 't Wapen van Parijs".

Periode: 1788 - 1789.

In 1782 heeft Kuinders in "in 'tWapen van Parijs" een koffieschenkerij, waar ook huizenveilingen gedaan worden. Het schijnt hem goed te gaan. In november 1788 installeert hij op de 1e etage van zijn koffieschenkerij een "Compleete Kaart-Fabriecq". 
Op 14 November 1788 adverteert hij in de Ommelander Courant, "dat bij hem gemaakt en verkocht worden allerlei zoorten van SPEELKAARTEN, onder welke benamingen dezelve ook bekend zijn; als Spaansche, Fransche, Duitsche, Hollandsche, Konings, Jonkers, Dames, Jongens en assemble-kaarten, in allerlei formen en figuren, alsmede Concert-, Visite- en Bruilofts-Kaarten ........... Ook recommandeer dezelve zich tot het drukken van Kopere Plaaten, het opplakken van Prenten, Landkaarten en wat verder tot eene Compleete Kaart-Fabriecq behoord".

Een nogal ambitieus programma. Waarschijnlijk heeft Kuinders zich verkeken op de realisatie van een kaartenfabriek. Al in Mei 1789 wordt het huis boven het koffiehuis te koop aangeboden en in Oktober geveild.


  >INDEX

RIBBECK & BLEYENBURGH      SPEELKAARTEN- EN KARTONBLADEN FABRIEK

ADRES: Amsterdam, op de Nieuwendijk, "In De Haan".

Periode: 1793-1800.

In November 1793 wordt de "Pennen en Speelkaarten-Fabrik" van Jan Stroek gekocht en overgenomen. De naam van het pand "De Haan" blijft ongewijzigd.
In 1793 en 1794 verschijnen er advertenties waarin een uitgebreid assortiment van speelkaarten wordt aangeboden: ".... Allen soorten van Tarroq, Engelsche, Fransche, Hollandsche, Moderne, Amerikaansche, Scheepjes, Lanterlu, Juffertjes, flos of Jongens ...........ST. NICOLAAS SPEELKAARTEN...... kunnende met dezelve ook door volwassen persoonen (zulks verkiezende)  'tzu Jas, Omber of Cadrille gespeeld worden".
 
Samen met kaartenmaker Tobie Jordan protesteerden zij in 1797 tegen de invoering van speelkaartenbelasting. In een advertentie in de Amsterdamsche Courant (1798) maakten zij en Jordan bekend: ...... "Het schoppenaas van hunne gestempelde kaarten thans gedrukt worden voor de bewerking is daardoor even gelijk en glad als de anderen en bygevolg  in het geheel niet kenbaar in het spelen". In 1800 werd de zaak ontbonden. Ribbeck zou het bedrijf voortzetten.


  >INDEX

C. G. RIBBECK        SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Amsterdam, in de Oude Hoogstraat / Reguliersplein.

Periode: 1800-1826.

Ca. 1814 richtte hij zich met Jean Jordan bij rekest tot de Minister om verbod of hogere invoerrechten op de invoer van buitenlandse speelkaarten. Het verzoek werd afgewezen. Op 8 Januari 1814 adverteert hij in de Oprechte Haarlemsche Courat: "Bij hem te bekomen zijn brede Hollandse Speelkaarten, zoo in het groot als in het klein tegen civiele prijzen".

Christiaan Gabriel Ribbeck komt op 23 Januari 1826 in de leeftijd van 76 jaar te overlijden. Op 3 April 1826 bericht de weduwe Ribbeck , "De affaire in karton en witte kaarten ter voorzetting overgenomen", door Lt. Uijt den bogaard. In Oktober worden onder andere kaarten, prenten, kartonbladen en speelkaarten van wijle de heer Ribbeck, in openbare verkoping aangeboden. De catalogus is te koop voor 15 cent "aan de armen ".

 


  >INDEX

GEBR. DUBOIS        FABRIKANT VAN SPEELKAARTEN

ADRES: 's Hertogenbosch.

Periode: 1806-1813.

In verschillende dagbladen maakten de Gebr. Dubois bekend dat.... "zij hunnen fabriek van speelkaarten hebben verplaatst van Luijk naar 's Hertogenbosch, en aldaar dezelve met het gewenscht succes exerceeren; dat bij hun in het groot te bekomen zijn allerhande soorten van SPEELKAARTEN verzoekende, onder verzekering van een prompte bediening, een ieders gunst" (6-9-1806).

Reden voor deze verhuizing was het ongunstige belastingklimaat in de Zuidelijke Nederlanden onder het Franse regime. Gedurende 2 jaar kon Dubois speelkaarten via zijn Brabantse fabriek tegen het binnenlands tarief van 3 stuivers verkopen. Invoer van buitenlandse kaarten was verboden.
In Oktober 1810 gaf de Prefect van het Departement Bouches du Rhin, Dubois in 's Hertogenbosch toestemming "om op de bladen tot speelkaarten bestemd het Hollandsche zegel te Amsterdam te laten drukken". De toestemming werd verleend tot 1 januari 1811, hetzelfde jaar waarin het nieuwe Franse beeld verplicht werd en mogelijk ook in 's Hertogenbosch werd geproduceerd. In 1813 werden de speelkaarten uit de fabriek in 's Hertogenbosch nog te koop aangeboden.
In 1814 is de fabriek depôt geworden voor J.T. Dubois te Luyk. Magazijnhouder Tilman informeert alle belanghebbenden..... "dat tot fabrieks-prijs in het groot te bekomen zijn speelkaarten met 2 hoofden, zoo als dezelve voormaals zijn gebruikt geworden".
De vestiging in 's Hertogenbosch was niet meer nodig. Door de vereniging van Noord en Zuid onder koning Willem I had Luik dezelfde rechten als Amsterdamse speelkaartenmakers, die zich bij request tot de minister gewend hebben. Zij deden o.a. hun beklag over de fabriek van J.F. en J.J. du Bois te Luik: "Een bewijs hoeveel winst zulks aan gemelde fabrikanten oplevert, is dat zij ten tijde, dat de invoer van buitenlandsche kaarten geheel verboden was, zich in 's Hertogenbosch nedergezet hebben en van daar hunne kaarten hebben gedebiteerd, en eerst toen weder vertrokken, toen de invoer weder toegelaten wierd".


Belasting stempel Bataafse Republiek 1806 -1807 . 
Heffing 3 stuivers, binnenlands tarief ( ! )

Al vanaf 1797 verzette de kwijnende Nederlandse speelkaartenindustrie zich tegen de Luikse speelkaartenmakers. In advertenties verklaarde zij dat hun kaarten die van Luik en Brussel konden evenaren of zelfs overtreffen. Kaartverkopers werkten daar niet aan mee; hun advertenties maakten melding van de ontvangst van nieuwe zending uitstekende Luikse of Brusselse speelkaarten.

In 1856 wordt aangeboden "Op voordelige voorwaarden over te nemen" Speelkaarten-fabriek J.J. DU BOIS, te Luyk "zijnde dezelve in volle werking......."


  >INDEX

FREDEKER & COMP.      SPEELKAARTENMAKERIJ

ADRES: Amsterdam, Tuinstraat 24.

Periode: 1807-1825.

De speelkaartenmakers mochten alleen kaarten met de door de overheid voorgeschreven beelden verkopen. De belastingdienst leverde het papier ,bedrukt of onbedrukt. Ook Fredeker bracht dit voorgedrukte spel uit. Op dit spel stond als naam van de ontwerper "David" vermeld en als graveur "Gatteaux". Op de omslag werd vermeld: "de la fabrique Tuinstraat 24". De belasting werd per l januari 1814 afgeschaft. Het was inmiddels slecht gegaan met het bedrijf. 
Bij vonnis van de rechtbank dd.29 april 1813 zijn Chistoffel Willem Fredeker en Gerrit Voorhorst (Compagnon) in staat van faillisement verklaard. Crediteuren kunnen hun vorderingen indienen. Het faillisement wordt kennelijk opgeheven. In het adresboek van 1825 staat het bedrijf ,in de tuinstraat , alsnog vermeld. 

Van hem zijn kaarten bekend met het Parijse dubbelbeeld, zoals ook door de Zuid-Nederlandse kaartenmakers werden geproduceerd.


  >INDEX

JEAN DE MOULIN        FABRIKEUR IN SPEELKAARTEN

ADRES: Breda, Katerstraat (nu: Catharinastraat)

Periode: 1806 - 1810.

Op 13 Oktober 1806 laat Moulin zich inschrijven als Speelkaarten-fabrikant in het patentregister van Breda. 20 Juli 1809 zond Moulin een brief naar de Minister van Binnenlandsche Zaken met het verzoek voor deelname aan de Amsterdamse tentoonstelling in September 1809: "Ik heb de eer U hiernevens te doen geworden, Elf monsters van differente Speelkaarten in mijn fabriek geformeert, ten einde dezelve op de Tentoonstelling van Vadelandsche nijverheid van het jaare 1809 gesteld te kunnen worden". Met als bijlage voor inschrijving een verplichte aanbeveling van de Burgemeester van Breda.

Het verzoek wordt kennelijk niet gehonoreerd. Opvallend is dat in een verslag over de tentoonstelling wordt opgemerkt: "Van de speelkaartenfabriek van De Moulin, voor zoover na te gaan de eenige in Noord-Nederland, ontbreekt eveneens elk spoor. Daar elf soorten kaarten waren ingezonden, mag aangenomen worden, dat zij voor dien tijd niet onbelangrijk was".

Reden voor de weigering zou de afkomst van Jean De Moulin kunnen zijn. Jean Dumoulin was een Brusselse kaartenmaker. Brusselse kaartenmakers waren al in de 18de eeuw belangrijke buitenlandse leveranciers. Rond 1770 bedroeg de uitvoer naar Holland van een fabriek jaarlijks 600.000 spellen.

Uit een verslag van de Brusselse Handelskamer (1803) blijkt dat van de 8 fabrieken er nog maar 4 actief zijn, waaronder DUMOULIN. Het verbod op uitvoer naar het Koninkrijk Holland, de strenge belastingregels voor het produceren van speelkaarten onder het Franse bestuur, maar ook de slechte economie, zullen aanleiding zijn geweest voor vertrek naar Breda. De Gebr. Dubois waren hem al voorgegaan van Luik naar 's Hertogenbosch.

Waarom de elf soorten speelkaarten toch niet in de tentoonstelling zijn opgenomen blijft gissen. Een commissie ingesteld door koning Lodewijk moest beoordelen wie aan de eisen van deelneming voldeden, alleen fabrikanten die in het koninkrijk werkzaam waren mochten deelnemen. De Moulin voldeed hier kennelijk niet aan. Al in 1810 was het nut van de Hollandse vestiging weggevallen. Ook het Koninkrijk werd ingelijfd bij het Franse keizerrijk en viel nu ook onder de Franse wetgeving.

1810 betekende voor Moulin het einde verhaal in Holland. Uit notariële akten (Breda) van Maart en April blijkt Moulin nogal wat schulden te hebben die al in 1809 waren gemaakt. Schuldeisers waren o.a. Belgen, waarmee regelingen moesten worden getroffen.
Moulin's zonen, Jacques en Henri, worden eigenaar van het gereedschap van de fabriek ter waarde van 600 gulden. Voor verdere afhandeling wordt nu naar Brussel verwezen.


1806 patent-register Breda - Jean de Moulin.


  >INDEX

KRANTZ, DE CHARRO & COMP.       PAPIER-  EN SPEELKAARTEN FABRYK

ADRES: Den Haag.

Periode: 1811-1823

In 1811 werd de Papierfabriek opgericht en in 1812 werd de Speelkaartenfabriek hieraan toegevoegd. In "Affiches annonces et avis d'Amsterdam", een blad uitgegeven in het Frans en Nederlands, adverteerde de firma "dat zy behalve alle soorten witte Schrijfpapieren en VisiteKaartjes, ook in de beste qualiteit fabriceren van de nieuwe Fransche Speelkaarten, volgens de Wet....".
In 1810 eindigde het Koninkrijk onder Lodewijk Napoleon en werden de Noordelijke Nederlanden ingelijfd bij het Franse keizerrijk. Per 1 januari 1812 golden nu de Franse wetten. Oude vormen (houtblok, koperplaat etc.) moesten worden ingeleverd en werden vernietigd. Oude voorraden mochten niet verkocht worden tot Juli 1812. De wettelijke Franse kaarten met een eenhoofdig beeld werden verplicht.

Eigen aangepast beeld was verboden. Drukkers en handelaren werden verplicht vellen, waarbij de beeldkaarten op van Frans watermerk voorzien papier gedrukt waren, te kopen bij het Bureau Der Vereenigde Rechten. Het inkleuren, plakken en afdrukken van de cijferkaarten diende door de ondernemer zelf te geschieden. Krantz was geen drukker, maar kon waarschijnlijk de afwerking wel aan.

Lang zijn de Franse kaarten niet gemaakt. Met de val van Napoleon in 1813 eindigde de productie en op 1 januari 1814 werden de Franse speelkaartenbelasting en maatregelen officieel afgeschaft.

In 1824 werd het bedrijf, te boek staand als Fabriek en Handel in Papieren, ontbonden. Krantz beëindigde het compagnonschap met De Challo, die voor zichzelf begon, en zette het oude bedrijf voort met zijn nieuwe compagnon Van Lier. Van speelkaarten wordt na het Franse avontuur geen melding meer gemaakt.

Speelkaartenmakers Fredeker en Dubois produceerden dezelfde kaarten.


  >INDEX

MINDERMANN & COMP.      UITGEVERIJ VAN PRENTEN EN KAARTEN.

ADRES: Amsterdam, op het Singel bij de Bergstraat.

Periode: 1818-1848.

Regelmatig adverteerde Mindermann (geboren in Bremen, Duitsland, in 1781) voor zijn "Uitheemsche  en Inlandsche gesatineerde en middelmatige speelkaarten, vrij van splijting en stroefheid en bijzonder  geschikt voor fatsoenlijke gezelschappen". Zijn assortiment is bijzonder groot, zoals "Russische, Poolsche, Engelsche en Spaansche of Tarocco-kaarten. Parijzer- mode, Weener,  Berlijner, Hamburger, Frankforter, Bremer en Lubecker-kaarten. Hollandsche en kinderkaarten en spellen tot Vermaak en Tijdkorting der Winter-Avonden…..".
In de Rotterdamsche Courant van 22 jan. 1824 adverteerde de firma "NEDERLANDSCHE SPEELKAARTEN, met nieuwe kenbare houtsnede Figuren. Vermits dezelve iets breeder van formaat zijn als de gewone Brabandsche soorten, overigens voor goed papier, kleuren en gladheid der Kaarten behoorlijk gezorgd en de prijzen zeer civiel gesteld zijn, kan men deze nieuwe soorten gerust in alle Societeiten,Collegien, Logementen, Koffij- en Wijnhuizen aanbevelen".

In 1842 sluit de firma een overeenkomst met een Duitse partner onder de naam ADRES- en COMMISSIE COMPTOIR (in navolging van het Hamburger Nachweisungs-Comptoir)" vereenigd met den Handel in Speelkaarten,Kantoor- en Schrijfbehoeften". Er wordt een mede-directeur gezocht met inbreng van eigen kapitaal.
Vier maanden na de oprichting zijn de resultaten merkbaar. In een advertentie van december 1842 biedt de firma, "…..de 3 eerste soorten bestaan in Buitenlandsche ruwe Kaartenbladen, welke op onze Fabriek gesatineerd, geglansd, gesorteerd en in Enveloppes geslagen, dus een nauwkeurige bewerking erlangen. Of de ruwe kaartenbladen van Lubeck, Frankfort of elders hunnen oorsprong ontleenen, voldoet niets ter zaake…".

  

Of de Handels-onderneming een succes geworden is blijft de vraag.
Na 1842 adverteert Mindermann nog nauwelijks zijn speelkaarten.
Zijn laatst gevonden advertentie dateert van 1846.


  >INDEX

BRESSER & COMP.          DRUKKER, SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Arnhem.

Periode: 1823.  

In de Arnhemsche Courant van 29 april 1823  bood de firma zich aan als vervaardiger en verkoper van "alle soorten van speelkaarten op plaatdruk en houtsnede tot billijke prijzen…".


  >INDEX

FRANS ALEXANDER HEUSCHEN          KAARTENFABRIJKEUR

ADRES: Arnhem, Weverstraat C. no. 48

Periode: 1823.  

Op 6 mei 1823 adverteert Heuschen in de Arnhemsche Courant: "Bij den Ondergetekenden worden ALLE SOORTEN VAN SPEELKAARTEN tot matige prijzen in het klein verkocht". Dit in tegenstelling tot de Fa.Bresser & Comp (zie hierboven) die in de zelfde krant adverteerde en zijn kaarten in commisie verkocht.


 

  >INDEX

ERVE WIJSMULLER         IN PAPIER, SPEELKAARTEN ETC.

ADRES: Amsterdam, Huidenstraat 16.

Periode 1828-1870 /1913.

 

Het bedrijf dateert van 1777 . Voorgangers van de Erve Wijsmuller waren Kantoor- en Boekverkopers, die zoals de meeste van hun vakgenoten, speelkaarten verkochten, zelden uit eigen produktie. Zo verkochten zij : "Lubecker,Frankforter, Hollandsche en verders Engelsche en Taroq kaarten".
Erve Wijsmuller werd bekend als papierverkoper en van de goedkope Centsprenten. Pas vanaf 1836 worden de speelkaarten veel geadverteerd. In de catalogus van 1838 worden ruim 30 verschillende soorten speelkaarten aangeboden. Alleen per gros te bestellen. In het sortiment treffen we o.a. "Leipzicher, Frankforter, Lubecker, Hamburger en Gefigureerde of onzigtbare speelkaarten". De laatste voor 130 gulden per gros (Erotische Transperante Kaarten?) . De allergoedkoopste "Jas" of Piquet kaarten 6 gulden per gros.
Kaarten uit eigen productie zijn tot op heden niet bekend. Wel kocht men kaarten in het buitenland, al of niet speciaal voor Wijsmuller gemaakt en voorzien van een eigen wikkel.

In het Algemeen Handelsblad van 9 November 1842 verschijnt een anonieme advertentie, waarin o.a. Wijsmullers' kaarten vergeleken worden met die van HET VERKOOPHUIS: "De Jaskaarten gedrukt op witter papier,zijn vaster en deugdzamer dan die van voornoemde W". De Whistkaarten, van gelijke prijs beter van kwaliteit zijn dan die van W. En dat "De Lubecker Kaarten van W. mooije koontjes hebben, maar stellig niet zoo goed schuiven als de Frankforter van meergenoemd VERKOOPHUIS". Al op 10 November komt Wijsmuller met een weerwoord in dezelfde krant. Hier gaat hij uitgebreid in tegen de beschuldigingen en eindigt… "bij deze mijn regt en actie reserverende tegen dengenen die mijnen Naam mogt misbruiken of mijne Zaken zoude willen benadeelen". Rond 1870 verdwijnen de speelkaarten langzaam uit het beeld. De firma zal nog tot 1913 onder de naam Erve Wijsmuller voortbestaan.

 

 


  >INDEX

FRANS FELIX        SPEELKAARTENMAKER, BONDPAPIER- EN PRENTENFABRIEK

ADRES: Amersfoort, Muurhuizen 512.

Periode: 1831-1836.

Felix, afkomstig uit Duitsland, begon zijn bedrijf met 2 knechten. De zaak was kleinschalig van opzet. In zijn advertenties komt hij als groot producent over. In de Utrechtse Courant en Bredasche Courant benaderde hij boekhandelaren, kasteleins en grossiers, aan wie hij zijn kaarten per gros aanbood. Zijn kaarten zouden kunnen wedijveren "met die van DUBOIS en alle andere Brabandsche fabrikanten en Duitsland".

De periode voor de verkoop van speelkaarten lag voor de boekhandelaren voornamelijk in Oktober tot en met December. Felix benaderde al in Mei de handelaren om hun orders te plaatsen voor de levering in het najaar en winter, zodat hij zijn voorraad kon aanpassen. Als argument voerde hij aan "dat zijn kaarten in den Zomer gemaakt oneindig beter zijn als in het Najaar". 
Maart 1834 meldt Felix uitbreiding van , voornamelijk, zijn sortiment aan prenten, in zijn SPEELKAARTEN- EN KINDERPRENTENFABRIEK
. De combinatie was niet slecht gekozen. Evenals de Turnhoutse fabrikanten kon Felix zijn persen afwissend gebruiken voor speelkaarten of kinderprenten, al naar gelang de vraag van het moment. 
November 1836 wordt de fabriek verkocht aan G.J.van Eijnden. Vanaf dat moment beperkt Felix zich tot zijn boekbedrijf in de Langestraat.


  >INDEX

J.C.VERKOUTEREN       BOEKHANDELAAR, FRABRIKANT IN PENNEN EN SPEELKAARTEN

ADRES: Bergen-op-Zoom, Wijk B.

Periode: 1832-1840.

Maart 1832 zoekt Verkouteren "twee drukkersgezellen , de een als letterzetter en de ander als drukker, hun vak goed verstaande, tegen een behoorlijk dagloon", kennelijk bedoeld voor zijn speelkaartenfabriek, waarvan hij in Mei 1832 melding maakt. Na 8 jaar houdt hij het voor gezien en biedt zijn speelkaartenfabriek in 1840 te koop aan, bestaande uit "De gereedschappen tot het daarstellen van een complete speelkaartenfabriek, bestaande voornamelijk in Pletmolen, IJzeren Perssen, Platen en verdere toebehoortens". 


  >INDEX

FREDRIK GELBCKE        SPEELKAARTENFABRIEK

ADRES: Amsterdam, Warmoesstraat 115 - 9.

Periode: 1834-1836.

In een advertentie in de Oprechte Haarlemsche Courant van 4 November 1834 bericht Gelbcke "het geëerd publiek, dat bij hem gefabriceerd worden alle soorten van fijne en ordinaire Binnen- en Buitenlandsche Speelkaarten, welke in fijnheid, vastigheid, fraaije teekening en kleuren, alle andere Speelkaarten overtreffen ".

In het Algemeen Handelsblad van 31 December 1836 biedt Gelbcke (geboren in Flechdorf, Duitsland, in 1802) zich aan als "Kaarten-Fabrikeur van Z.M. den Koning der Nederlanden, toegestaan om het Koninklijke Wapen vóór deszelfs Fabriek te plaatsen". Levering geschiedt per gros of dozijn, "onder anderen die de Beeltenissen voorstellen der gekroonde Hoofden van Nederland, Rusland, Pruisen en Oostenrijk".


  >INDEX

GERARDUS J. VAN EIJNDEN         SPEELKAARTENFABRIKANT

ADRES: Amersfoort , muurhuizen 512.

Periode: 1836-1849.

November 1836 koopt v.Eijnden de Speelkaarten- en Kinderprenten fabriek van Felix. Van 1837 t/m 1839 heeft hij ook een papierhandel. Bij de volkstelling van 1840 gaf v.Eijnden als beroep speelkaartenfabrikant. Of de fabriek na 1840 nog in bedrijf was, is tot dusver niet bekend. Hij komt in 1870 te overlijden.

 

 


  >INDEX

GUSTAVE LENSSEN        SPEELKAARTENFABRIEK

ADRES: Maastricht.

Periode: 1838–1859.  

In de Bredasche Courant van 19 Juni 1838 maakt Lenssen melding....."dat hij sedert eenigen tijd opgerigt heeft eene FABRIJK VAN SPEELKAARTEN". In 1853 heeft de fabriek 25 werklieden in dienst, teruglopend naar 14 in 1856, daarna weer oplopend naar 25. Evenals zijn collega’s moet Lenssen veel concurrentie hebben ondervonden van Duitse en Belgische fabrikanten. Toch werd in 1857 een stoommachine in gebruik genomen. Ook werd een drukkerij "tot het lithographeren en graveren van kaarten" aangeschaft. Tevens werd een nieuwe afzetmarkt gevonden in Nederlands-Indië. In 1858 exporteerde hij 169 gros. Een jaar later 185 gros naar Nederlands-Indië.

Zoon Oscar richt in 1860 het bedrijf OSCAR LENSSEN & CO in Zevenaar op. Daarin werd de speelkaartenfabriek van Gustave Lenssen & Co in Maastricht en de handelszaak Lenssen & Gundlach te Düsseldorf opgenomen. Mogelijk speelde voor deze overgang de centrale ligging een belangrijke rol.

Uit statistieken blijkt dat Gustave in 1859 de te koop aangeboden Speelkaartenfabriek van Louvrier heeft voortgezet waarschijnlijk met inbreng van personeel en goederen van zijn gesloten fabriek. Nu onder de naam van LOUVRIER & LENSSEN & CO. Er zouden 22 arbeiders in dienst zijn.


  >INDEX

JAN JACOB LOUVRIER       SPEELKAARTENMAKER

ADRES: Maastricht, Bogaardestraat 1425, Markt 1173.

Periode: 1842-1861.

Op 31 December 1842 maakt Louvrier, in het Algemeen  Handelsblad, de oprichting bekend van een FABRIEK VAN SPEELKAARTEN. In 1849 deed de Kamer van Koophandel te Maastricht een optimistisch verslag over 2 speelkaartenfabrieken, met name Louvrier en Stille (beiden werkten met rond 20 werklieden): "De fabrieken leveren voortbrengselen, die de mededinging van het buitenlandsche fabrikaat niet behoeven te vrezen". Die verwachtingen konden niet worden waargemaakt. De concurrentie uit Duitsland en België was te groot. Belgische kaartenmakers zouden al jaren lang een groot aandeel van de Nederlandse markt in handen hebben en konden hun kaarten goedkoper leveren. In februari 1859 biedt Louvrier zijn fabriek ter overname aan. Evenals stadsgenoot Lenssen leverde Louvrier, echter in bescheidenere mate, kaarten voor Nederlands-Indië.

In 1851 had de fabriek 12 werklieden in dienst .In 1859 was dit aantal gestegen tot 22, waarschijnlijk door de de samenwerking met Gustave Lenssen wiens fabriek was gesloten en een aantal vaklieden onder bracht in de nieuwe firma Louvrier & Lenssen & Co. De samenwerking had kennelijk weinig succes. Al in 1860 daalde het aantal werklieden naar 6 volwassenen en 2 kinderen. In 1861 sloot de fabriek. Ook de gevangenis te Maastricht, waar veroordeelden zich konden bezighouden met het inkleuren en glansen van speelkaarten,kon de fabriek niet redden.
In maart 1862 bood Louvrier, in het Nieuwsblad voor den boekhandel, zijn boekhandel aan de markt te koop aan, "zich alleen op de Grossierhandel zullende toeleggen".

NOOT:
Voor de afzet van hun handel konden fabrikanten gebruik maken van adverteren in de landelijke krant, het Algemeen Handelsblad, sedert 1828 op de markt. Voor drukkers en vooral boekverkopers was er het wekelijkse Nieuwsblad voor den Boekhandel. Een belangrijke schakel voor de fabrikant was de vertegenwoordiger of "commissionair", die de verkoop deed, waarvoor hij doorgaans 10% commissie ontving voor de verkoop en 5% voor de te innen gelden. Twee keer per jaar werden de klanten bezocht.
Louvrier kwam in 1847 in conflict met de Goudse drukker en boekhandelaar Van Goor, die in het Nieuwsblad een advertentie plaatste waarin hij zich kwaad maakte over het gedrag van een reiziger, die voor Louvrier bij hem een order noteerde voor levering van o.a. speelkaarten. Achteraf bezocht de reiziger "kleine winkeltjes en societeiten hier ter Stede". Van Goor annuleerde de order.
In antwoord hierop verontschuldigde Louvrier zich voor het overijverige gedrag van zijn reiziger, "die met mijne stalen belast zijnde een soort van huizen bezocht" dat niet tot de klantenkring van Louvrier behoorde. De reiziger werd ontslagen.


  >INDEX

HEIJMAN LEVIE SNOEK       SPEELKAARTEN-FABRIEK DE BEIJENKORF

ADRES: Amsterdam, Roeters Eiland 34.

Periode: 1848 - 1851.

Eigenaar Heijman Levie Snoek staat, evenals zijn zoon Levie Heijman, in het bevolkingsregister van 1851 - 1853 geregistreerd als speelkaartenmaker, maar volgens een advertentie uit het Algemeen Handelsblad van 25-9-1848 is hij op dat moment al "fabrikant in speelkaarten" onder de naam "Speelkaarten-Fabriek De Beijenkorf". In 1851 vertrekt de zoon voorgoed als militair naar West-Indië. Of Snoek senior de zaak heeft voortgezet valt te betwijfelen. De onderlinge concurrentie was groot, evenals die vanuit het buitenland.


  >INDEX

ISAAC SIMON SAKS        STEEN-, PLAAT- EN BOEKDRUKKERIJ

ADRES: Amsterdam, Dam no. 2, tussen Vischsteeg en Vijgendam.

Periode: 1848-1880

Vanaf het begin adverteert Saks met speelkaarten. In 1849 laat de Duitse Speelkaartenfabrikant M. Frommann in Darmstadt weten dat een depot voor zijn kaarten is gevestigd bij dhr. I. S. Saks. In Oktober 1850 pakt Saks groots uit. Zijn "Fromans & Co kaarten" kan hij leveren in wel 40 soorten: 14 soorten "Jas-Kaarten" (32 kaarten met gekleurde azen), 7 soorten "Lombre" (40 kaarten) en 19 soorten "Whist" (52 kaarten).
Alles verloopt niet even vlekkeloos. In 1851 verschijnt er in het Algemeen Handelsblad een "Berigt voor Boekhandelaren, Societeiten en Koffijhuizen", waarin Frommann waarschuwt voor reizigers die kaartmonsters verspreiden, zogenaamd uit zijn fabriek: "Dit is een leugen, het is mijn Fabriekaat niet; mijn Agent en Depothouder voor Holland is slechts alleen de heer I. S. Saks ".
Waarschijnlijk zal de samenwerking in 1852 zijn beëindigd. Het bedienen van heel Holland van Frommann kaarten zal Saks niet hebben kunnen waarmaken. Frommann wordt niet meer genoemd in zijn advertenties.
Pas in Augustus1856 meldt hij zich als speelkaartenfabrikant. Was 1859 het einde van zijn Speelkaartenfabriek? 

In een advertentie laat hij weten; "dat door eene verandering in mijne FABRIEK, de voorraad van Speelkaarten onder fabrieksprijzen zal worden uitverkocht, waaronder zich bevinden Cartes Sebastopol met geïllustreerde Azen en Verguld op snede,circa 700 grossen". In het vervolg heeft Saks veel opruimingen en verkopen uit liquidaties van Speelkaartenfabrieken, resp. in 1864, 1865 en 1875. 
NB Aan de tentoonsteling van Provinciale Nijverheid en Kunst van 1859 neemt Saks deel met de inzending van "Diverse soorten Speelkaarten". Ook de fa. Tetterode levert zijn bijdrage o.a. door "Proeven voor Tarotés". Ontwerpen voor ruggen van speelkaarten.
Isaac Saks komt in 1880 te overlijden.

De zaak zou worden voortgezet door de WEDUWE I.S. SAKS. Dit heeft zeer kort geduurd . Panden op de Vischsteeg werden gesloopt om plaats te maken voor hotel-restaurant Krasnapolsky.


    >INDEX

STILLE     SPEELKAARTENFABRIEK

ADRES: Maastricht.

Periode: 1849-1852.
               1860-1861.

In 1849 wordt zijn naam genoemd in een verslag van de Maastrichtse Kamer van Koophandel als Speelkaarten-fabrikant. In 1851 had hij 21 werklieden in dienst. Aanvankelijk was men optimistisch en dacht men de concurrentie aan te kunnen, hetgeen al spoedig zou tegenvallen. In 1852 was het aantal werklieden gedaald tot 10. Stille’s naam wordt niet meer vermeld in het overzicht van 1853 van de Maastrichtse Kamer van Koophandel, om tenslotte weer te worden genoemd in 1860 en 1861.


  >INDEX

FA. PELTZER & CIE.              SPEELKAARTENFABRIKANT

ADRES: Maastricht,  Kruisheerengang

Periode: 1852–1855.  

In 1852 vestigde  Peltzer zich in Maastricht. Hij bood arbeid voor 14 werklieden. Evenals zijn Maastrichtse collega's moest ook hij al vroeg zijn poorten sluiten. In 1855 is het afgelopen… ook slachtoffer van de buitenlandse concurrentie? Een advertentie van 28 Augustus 1855 in het Algemeen Handelsblad, maakt melding van ontbinding van de firma: "Ten huize van Mejufrouw Peltzer… onder Fabrieksprijzen verkrijgbaar 800 gros speelkaarten van verschillende soorten. Aan de Fabriek van genoemde Firma, zijn de Werktuigen, aan dezelve behoorende, onder de Hand Te Koop.".

In het Algemeen Handelsblad van augustus 1857 verschijnt een advertentie waarin o.a. wordt aangeboden 300 gros Speelkaarten. 'FINAAL AFVERKOOP BENEDEN FABRIEKSPRIJZEN" Adres: Peltzer & Van Gulpen, Maastricht. Waarschijnlijk nog de restanten van de in 1855 gesloten fabriek.


  >INDEX

LUTKIE & CRANENBURG      PAPIERHANDEL, DRUKKER, FABRIJK VAN SPEELKAARTEN

ADRES: 's Hertogenbosch, Sintjorisstraat G125, De Beverspijken 4.

Periode: 1853-1858.

In 1838 vestigde Boekhandel Lutkie zich op de Keizersgracht. De zaak breidde zich uit. In 1850 opent de fabriek in de St. Jorisstraat, nu met Compagnon Cranenburg, die in 1852 komt te overlijden. Lutkie blijft het bedrijf op de oude naam voortzetten. In 1853 verschaft de fabriek werk aan 30 arbeiders. In Juli van dit jaar wordt het bedrijf getroffen door noodweer. In 's Hertogenbosch vallen hagelstenen als duiveneieren. Alleen al in de fabriek sneuvelden 400 ramen.

Op 11 Oktober 1853 adverteerde de Firma "dat hunne eigene Fabrijk een 12 tal soorten speelkaarten gereed heeft, die door eigenschappen, door elke kwaliteit niet overtroffen worden…. dat, tengevolge van direct eigen Fabrikaat de prijzen derzelve uiterst laag genoteerd zijn". Het bedrijf heeft vestigingen in Amsterdam, Rotterdam en Dordrecht, die vanuit Den Bosch voorzien worden van speelkaarten en andere artikelen.  

De vestigingen adverteerden regelmatig met speelkaarten in hun regionalen kranten, waarbij zij kennelijk de vrijheid hadden ook Buitenlandse kaarten te verkopen. Aangeboden worden Belgische "Bongout-en Mogolkaarten", Duitse "Frankforter met fijne Desseins", idem "met fijne geschilderde azen". De inbreng van eigen fabriek was te gering. Na 1858 verdwijnen de speelkaarten uit de advertenties. Statistieken uit het jaar 1858 vermelden een aantal van 50 arbeiders in de fabriek.

NB: Ook na de dood van Lutkie in 1881 bleef het bedrijf onder naam Lutkie en Cranenburg voortbestaan en groeide uit tot een van de bekendste drukkerijen en handel in papier en kantoorartikelen. Toch moest het bedrijf in 2009 faillissement aanvragen. 60 mensen werden ontslagen. In 2013 overweegt men voortzetting in afgeslankte vorm.


  >INDEX

J. M. DUNST            LITHOGRAFISCHE DRUKKERIJ, SPEELKAARTENFABRIEK

ADRES: Zwolle, Sassenstraat 32 Molenstraat.

Periode: 1853-1858.

In 1848 opent Dunst zijn "Muzijkhandel en Lithografische Drukkerij" in Zwolle. Daarvoor had hij een soortgelijk bedrijf in Bonn. Na 1850 is er alleen nog maar aandacht voor de drukkerij en worden regelmatig "fatsoenlijke jonge lieden" gevraagd voor het leren graveren en tekenen op steen. ook een paar "knappe jongens van 16 to 18 jaar" kunnen in de kaartenfabriek geplaatst worden.

In de lokale krant van 21 Oktober 1853 maakt Dunst melding van een nieuwe Speelkaartenfabriek: "Het doel is, tegen de beste Duitsche en Fransche kaarten te kunnen concurreren, zowel in bewerking als in prijzen". In 1855 neemt hij deel aan een tentoonstelling in Parijs "….ter bevordering van de belangen der Nederlandsche Nijverheid".
Zijn aanbod aan speelkaarten beperkte zich tot de gebruikelijke Jas-Piquet-en Whistkaarten. Januari 1858 adverteert van Dunst zijn speelkaarten "om uit te verkoopen 25% beneden de genoteerde prijs per Dozijn à 52 blad" (prijzen variërend van f.1,05 t/m f.2,40 per dozijn).

Na 1858 gaat het slecht met de firma. In 1860 volgt verkoop bij executie van "mobilaire goederen" uit het huis in de Molenstraat. Na het overlijden van haar man in 1864 zet de weduwe het bedrijf, later met haar zoon, voort. De speelkaarten worden niet meer genoemd, wel "eene winkelzakken-plakkerij". 


  >INDEX

H. NIJGH          UITGEVERIJ

ADRES: Rotterdam.

Periode: 1857-1877

Nijgh was uitgever van de Nieuwe Rotterdamsche courant.

In 1857 biedt hij in zijn krant het kaartspel "MUZIEKALE TOOVERKAARTEN" te koop aan voor de prjs van f. 1,25. In 1869 komt de 2de druk uit voor de prijs van f. 0,60. Een advertentie vermeldt een twintigtal wederverkopers. Vanaf 1870 heet de uitgeverij H. Nijgh & Ditmar.

Het spel was 20 jaar na de eerste editie nog steeds in de verkoop. Ook buiten Nederland werden deze muziekkaarten lange tijd verkocht, zowel in Suriname als op Java waren ze in de boekhandel verkrijgbaar.


  >INDEX

FA. OSCAR LENSSEN & CO.       SPEELKAARTENFABRIKANT

ADRES: Zevenaar, Jansstraat.

Periode: 1860–1863.  

Oscar, zoon van Gustave Lenssen, werd de nieuwe eigenaar van de fabriek. In de patent-registers staat het bedrijf genoemd als "fa.Oscar Lenssen & Co. en Julius Lampson, handelaren in papier etc. Fabriek van speelkaarten, zegellak, drukkers en ouwelmakers". Een krantenbericht van 22 februari 1860 maakt melding van "de verlevendiging van de Nijverheid in Zevenaar ten gevolge van de gemakkelijke spoor-communicatie….. want eerlang zal er eene Speelkaartenfabriek….opgerigt worden". De overplaatsing van de fabriek van Maastricht naar Zevenaar verliep niet gemakkelijk. Er kwamen nogal wat klachten over de plaats van vestiging en de daar te verwachten stoom- en kolendampen. De vergunningen werden echter toch verleend. Eind 1860 werkte de fabriek op volle toeren met 30 arbeiders. In 1863  nam dit aantal af tot 14 en werd de fabriek verkocht. Het betekende ook het einde van de Vennootschap Lenssen en Lampson, op 4 febr. 1863. Openstaande zaken "zowel in Credit als in Debet, zullen alleen door den Heer Lenssen worden verevend....".


  >INDEX

ISAAC DANIELS       NEDERLANDSCHE SPEELKAARTENFABRIEK

ADRES: Zevenaar, Jansstraat/ Arnhem.

Periode: 1863 – 1864  Zevenaar.
               1864 – 1865  Arnhem.  

Isaac Daniels kocht met 2 vennoten de zaak van Oscar Lenssen en bracht het aantal werknemers op 50. Al na 1 jaar werd de fabriek verplaatst naar Arnhem, waar 31 werklieden werk vonden. De belangrijkste reden voor overplaatsing van de fabriek naar Arnhem was het niet verlenen van een vergunning voor het plaatsen van "eene gaz-inrigting" voor zijn fabriek in Zevenaar. Voor Arnhem wordt hem op 21 januari 1865 wel vergunning verleend "tot het maken eene gasinrigting tot verlichting zijner speelkaartenfabriek". Of het er ooit  van gekomen is valt te betwijfelen. Een jaarverslag over het jaar 1865 melde: "Deze fabriek bij het einde des jaars opgehouden".


-1-  -2-